Wereldwijde verzending - Kies je taal ☞

De oude kaarten van Gerard Mercator


Gerardus Mercator was een cartograaf, instrumentmaker en graveur, die al tijdens zijn leven als de Ptolemaeus van zijn tijd beschouwd werd. Wie iets weet van kaart en kaartprojectie, kent zijn naam misschien ook van de mercatorprojectie.

Gerard Mercator heette eigenlijk Gerard de Kremer. Maar je komt zijn naam ook tegen als Gerard de Cremer, of - in het Latijn - als Gerardus Mercator Rupelmundanus (Gerard de Kremer van Rupelmonde).

Mercator: kosmograaf of cartograaf?

Als je het Mercator zelf had gevraagd, had hij waarschijnlijk gezegd dat hij een kosmograaf was: iemand die alles wat met de kosmos te maken had, bestudeerde, dus zowel de aarde als alles wat daarbuiten ligt. Maar in de praktijk was Mercator wel degelijk iemand die met het maken en verkopen van kaarten zijn brood moest verdienen.

Mercators had een kleine productie

De productie van Mercator was niet erg groot:

  • Eén globepaar,
  • Eén foliokaart (Wereld),
  • Vijf wandkaarten (Palestina, Vlaanderen, Europa, Britse eilanden en de Wereld),
  • Ptolemaeus-uitgave met 28 kaarten,
  • Onvoltooide atlas met 102 kaarten.

Mercator is de eerste die het woord Atlas gebruikt. Dit woord omvatte destijds alle kaarten van de kosmos; dus van zowel het heelal als de aarde.

Mercators vroege jaren

Mercator werd geboren in het Oost-Vlaamse Rupelmonde, ten zuidwesten van Antwerpen, als Gerard De Kremer. Zijn geboorteplaats was eerder toevallig: zijn vader was daar met hoogzwangere vrouw op bezoek bij diens vermogende broer Gysbrecht, kapelaan van het plaatselijke godshuis. Meteen daarna keerde het gezin, waarin Gerard het zevende kind was, terug naar Gangelt, een grensplaats van het hertogdom Gulik.

Zijn jeugd bracht hij in Gangelt door, waar zijn vader schoenlapper was. Hij ging daar ook naar de Latijnse school. Wel bracht hij vanaf zijn 5-6 jaar een tijd door bij zijn oom Gysbrecht, die hem Latijn bijbracht en zijn vervolgopleiding financierde. Die kreeg hij bij de beroemde humanist Macropedius van de 'Broeders des Gemenen Levens' in 's-Hertogenbosch, waarna hij aan deUniversiteit Leuven studeerde.

Daar verlatiniseerde hij zijn achternaam tot 'Mercator'. Inmiddels had hij zich de graveerkunst eigen gemaakt. Daarin werd hij zo ervaren dat de instrumentmaker Gaspard van der Heyden hem geheel of gedeeltelijk de koperplaten voor de nieuwe aard- en hemelglobe van Gemma Frisius liet graveren. Deze beide werken, die omstreeks 1537 verschenen, zijn de oudst bekende van Mercator.

Zelfstandige werken van Mercator

Al snel na zijn werk 'in dienstverband' bij zijn leermeester, publiceerde Mercator zelfstandig kort na elkaar een wandkaart van het Heilige Land, Amplissima Terrae Sanctae Descriptio (6 bladen, 1537), een kleine wereldkaart in hartvormige projectie, Orbis Imago (1538), en een wandkaart van Vlaanderen Exactissima Flandriae Descriptio (9 bladen, 1540).

Cursiefschrift en aardglobe

In dat laatste jaar publiceerde hij bovendien een boek over het cursieve schrift, Literarum latinarum, quas italicas, cursoriasque vocant, scribendarum ratio, dat bestaat uit 52 bladen in houtsnede. Mercator was de eerste die het cursieve schrift 'italic' op landkaarten toepaste. Dit verfraaide het kaartbeeld zodanig, dat het tot in de 19e eeuw gebruikelijk is gebleven plaatsnamen op kaarten cursief te schrijven.

In 1541 volgt een aardglobe. Dan horen we een tijdje niets van hem op cartografisch gebied. Mercators problemen met de overheid wegens Lutheranisme kunnen daarvoor de reden zijn. In 1544 werd hij samen met een groep Leuvense burgers op verdenking van Lutheranisme door de Inquisitie gearresteerd. Na enkele maanden werd hij vrijgelaten maar al zijn bezittingen werden aangeslagen. Zijn medeverdachten wachtte een wreder lot: ze werden onthoofd of belandden op de brandstapel. Antonia van Roesmaele werd echter levend begraven. Of deze gebeurtenis een rol heeft gespeeld bij zijn beslissing om naar het Rijnland te verhuizen is niet bekend. Het lijkt onwaarschijnlijk, omdat hij na zijn vrijlating nog acht jaar in Leuven heeft gewerkt.

In 1551 volgt een nieuwe uitgave: een hemelglobe, als tegenhanger van de aardglobe. In 1552 verhuisde hij naar Duisburg in Duitsland, waar een Luthers regime heerste. Hier is hij op 82-jarige leeftijd overleden.

Gerardus Mercator was een cartograaf

Wandkaarten

Uit de Duisburgse periode zijn slechts drie wandkaarten bekend:

  • Europæ descriptio (1554), wandkaart van Europa in 15 bladen (159 x 132 cm). Met het verschijnen van deze kaart werd het reeds lang achterhaalde Ptolemaeïsche kaartbeeld op verregaande wijze verbeterd. De onderlinge positie van de Europese landen is voor het eerst op juiste wijze weergegeven. Anderhalve eeuw lang zou Mercators kaart van Europa een voorbeeld blijven.
  • Angliæ, Scotiæ et Hiberniæ nova descriptio (1564), wandkaart van de Britse eilanden in acht bladen
  • Nova et aucta orbis terræ descriptio ad usum navigantium emendate accommodata (1569), grote wandkaart van de wereld in 21 bladen met een totaalformaat van 134 x 212 cm.

Mercators meesterwerk: de Mercatorprojectie

De laatste wandkaart kan met recht Mercators meesterwerk worden genoemd. Het is een van de eerste kaarten waarin een projectie is toegepast zonder hoekvervorming.

Wat is het geval? Het is onmogelijk om het bolvormige oppervlak van de aarde op een plat vlak af te beelden, te projecteren, zonder dat er vervormingen optreden.

Op vier manieren kan het kaartbeeld vervormd zijn: wat betreft oppervlakte, vorm, hoek en afstand. Een kaart in een plat vlak kan slechts één van deze eigenschappen tegelijk correct afbeelden. Als bijvoorbeeld een kaart oppervlaktegetrouw is, betekent dat dat alle oppervlakten op de kaart dezelfde verhouding hebben met de werkelijkheid. De vormen en afstanden kunnen dan niet overeenkomstig de werkelijkheid zijn.

oude wereldkaart Gerardus Mercator was een cartograaf

Mercator wilde zijn kaart geschikt maken voor de zeevaart. Het was daarom belangrijk dat de kompasrichtingen op de kaart met de werkelijkheid overeenstemden, er moest dus gebruikgemaakt worden van een hoekgetrouwe projectie. Het grootste nadeel van zo'n projectie is dat er naar de polen toe enorme vergrotingen optreden. Hoe dichter je bij de polen komt, hoe groter de schaal. De polen zelf kunnen niet eens worden afgebeeld.

Het beoogde praktische voordeel van deze projectie heeft ertoe geleid dat die steeds meer werd toegepast. De projectie wordt naar hem de Mercatorprojectie genoemd.

Kosmografie

Na de uitgave van deze wandkaart legde Mercator zich meer en meer toe op de samenstelling van een kosmografie. Mercators plannen waren groots: een reusachtig kosmografisch werk over de schepping en over de oorsprong en geschiedenis van het geschapene.

De eerste ideeën daarvoor schreef hij in 1569 in de inleiding tot zijn Chronologia. De kosmografie zou gaan bestaan uit vijf delen:

  1. De schepping van de wereld. Tekst postuum gepubliceerd als inleiding op de Atlas (1595).
  2. Beschrijving van de hemel. Nooit verschenen.
  3. Beschrijving van de landen en zeeën in drie gedeeltes:
    1. Moderne geografie. De Atlas, onvoltooid, zie hierna ;
    2. Ptolemaeus' kaarten. Gepubliceerd in 1578 ;
    3. Antieke geografie. Niet gerealiseerd.
  4. Genealogie en politieke geschiedenis. Alleen verschenen in de vorm van de teksten bij de kaarten in de Atlas.
  5. Chronologie. Gepubliceerd in 1569.

Mercators noodlot was zijn wetenschappelijke instelling. Hij stelde publicatie uit in de hoop dat er nieuwe informatie zou komen. Het cartografisch gedeelte van zijn kosmografie is slechts voor ongeveer de helft gerealiseerd.

Als eerste kwam zijn Ptolemaeus-uitgave uit 1578 gereed. Mercator beschouwde deze uitgave enkel en alleen als een weergave van de wereld naar de ideeën van de klassieke schrijvers. De 28 Ptolemaeïsche kaarten zijn nooit in een andere atlas geïncorporeerd – hoewel ze nog in 1730 opnieuw werden uitgegeven.

Pas in 1585, vijftien jaar na de uitgave van het Theatrum Orbis Terrarum, de eerste echte atlas door Ortelius, kwam Mercator met een onvoltooide uitgave van zijn 'moderne geografie'. Het kaartboek bevat 51 kaarten: 16 van Frankrijk, 9 van de Nederlanden en 26 van Duitsland. Van deze landen had hij de meest betrouwbare beschrijvingen in zijn bezit. Elk onderdeel heeft een eigen titelpagina: Galliae Tabulae GeographicaeBelgii Inferioris Geographicae Tabulae en Germaniae tabulae geographicae. Het geheel had nog geen titel.

In 1589 volgden 22 kaarten van Zuidoost-Europa, Italiae, Sclavoniae et Graeciae tabulae geographicae. Mercator heeft geen kans gezien zijn Tabulae Geographicae uit te breiden tot een echte wereldatlas van zo'n 120 kaarten zoals hij van plan was.